Twee jaar Carbon Farming door Vlaams Hoeverund, Inagro en Colruyt Group: een positieve balans

Twee jaar Carbon Farming door Vlaams Hoeverund, Inagro en Colruyt Group: een positieve balans

Woensdag 22 mei 2024

Midden mei 2022 werd het startschot gegeven voor een wel heel innovatieve samenwerking tussen Vlaams Hoeverund, Inagro en Colruyt Group rond carbon farming. Dat partnership is erop gericht om, via verschillende proefprojecten, op een slimme manier koolstof in de bodem te fixeren. Vandaag, op de tweede verjaardag van het project, kan het team terugblikken op heel wat verwezenlijkingen. Zo rondde Johan Pattyn in Ardooie deze maand aanplant van het geplande weidescherm van maar liefst 500 bomen en struiken af: een knap staaltje van agroforestry. Het is nu de bedoeling om het gezamenlijke Carbon Farming project uit te breiden in de toekomst, en ook te kijken naar de optie om Carbon Farming als springplank aan te wenden voor (meer) regeneratieve landbouw. Tijd voor een tussentijdse balans van een mooi verhaal.

Twee jaar “koolstofboeren”: een goed rapport met veel kennisdeling

Het gemeenschappelijke Carbon Farming-initiatief van Vlaams Hoeverund, Colruyt Group en Inagro bracht de voorbije twee jaar landbouwers, retail én een onderzoeksinstelling intensief rond de tafel, om elkaars bekommernissen, kennis en ervaringen te delen. En dat rond een thema dat velen in de sector wakker houdt: duurzaamheid in het algemeen, en de kwaliteit van de bodem in het bijzonder.

Er werden regelmatig op constructieve manier interessante (teelt)ervaringen uitgewisseld rond “koolstofboeren”, alle schakels in de keten werden in beeld gebracht, en het team kan terugblikken op een zeer leerrijke periode. Binnen Vlaams Hoeverund geven de partners aan tevreden te zijn. Luc Poppe, uit Wachtebeke (en lid van Vlaams Hoeverund) stipt aan: “De feedback die we krijgen van onze gesprekspartners zijn zeer waardevol, de inzichten die je krijgt helpen om je bedrijfsvoering anders aan te pakken”. Frederik Van De Sompel, veeteler uit Sleidinge die experimenteerde met hakselhout in de stallen van zijn dieren, voegt toe: “Ondanks nog niet direct in analyses merkbare koolstofverhoging in de bodem, levert dit toch maximale teeltopbrengsten op als landbouwer: je voelt dat de bodem herleeft, en dat is zeer fijn”. ​

Tom Van Nieuwenhove van Inagro geeft daarnaast nog aan: “Voor ons is het een mooie bron van praktijkgerichte ervaring doordat de technieken niet opgesloten blijven binnen een onderzoekscontext, maar worden toegepast in de eigenlijke bedrijfsvoering van landbouwbedrijven. Daarnaast is het ook een bron van nieuwe ideeën die rechtstreeks vanuit de sector zelf komen en die worden afgetoetst ten opzichte van bestaande bedrijfsvoeringen. Het is ook een directe manier om de problemen waar de landbouwers tegenaan lopen in beeld te brengen en samen te werken naar een mogelijke oplossing of oplossingen. Dit geeft dit initiatief heel wat kracht en mogelijkheden”.

Carbon Farming: pionierswerk van lange adem met leerpunten

Het project was nieuw voor alle partijen, wat inhoudt dat er uiteraard ook leerpunten waren. Zo concludeerden de partners dat de wijze waarin de projectresultaten worden opgevolgd nog voor verbetering vatbaar is. Toename van het koolstofgehalte in de bodem evolueert eerder traag over meerdere jaren, waarbij het doorgaans zelfs niet zinvol is om dit op jaarlijkse basis te gaan meten. Dit wetende, hadden alternatieve, op observatie gebaseerde parameters ons kunnen helpen om de projectvooruitgang te evalueren. Er werd daarnaast voortdurend gesleuteld aan de structuur en de manier waarop het project best gecoördineerd kon worden. De professionalisering in aanpak was een werkpunt de voorbije twee jaar. “Maar dat is eigen aan een dergelijk gloednieuw gegeven”, stelt Geert Hanssens, expert in het landbouwteam van Colruyt Group gerust. “We kunnen eigenlijk wel zeggen dat hier de afgelopen jaar echt pionierswerk is verzet”.

Er wordt voor de toekomst bekeken of het relevant kan zijn om de schakels die momenteel missen in het geheel nauwer te betrekken. Naar beleid toe bijvoorbeeld, kan een verdere demonstratie van de opportuniteiten de beleidsmakers mogelijks helpen om het beleid beter af te stemmen op de praktijk, en zo te zorgen voor een nog meer stimulerendere sfeer. ​ Luc Poppe van Vlaams Hoeverund verduidelijkt: “Zaken die je wilt uittesten als 'pionier' vormen vaak nog een hiaat in de wetgeving of in de geijkte procedures waardoor je extra (administratieve) last ondervindt om aan te tonen dat je geen 'foute' dingen doet”. Steven Van Hemelryck, projectingenieur bij het Smart Farming team van Colruyt Group vult aan: “Als je pioniert, is er bovendien vaak nog geen standaard of benchmark, waardoor het risico bestaat dat jouw inspanningen niet meetellen in latere doelstellingen die worden opgelegd. Daar gaan we voor de toekomst ook goed naar moeten kijken binnen dit project”. Het uiteindelijke doel is per slot van rekening om zo ecologisch en economisch mogelijk aan landbouw te doen.

Projecten staan niet stil: indrukwekkend agroforestry weidescherm in Ardooie net afgerond

Hoewel het nu nog te vroeg is om nu al uitspraken te doen over de concrete resultaten, kan wel trots teruggeblikt worden op de grote stappen die gezet werden binnen de verschillende deelnemende initiatieven van het totaalproject. De meest recente verwezenlijking is de aanplant van een weidescherm bij Johan Pattyn in Ardooie, een mooi staaltje van agroforestry. In het voorjaar van 2024 werden maar liefst 500 bomen en struiken (wilg [90], hazelaar [55], haagbeuk [55], lijsterbes [55], els [55], vuilboom [55], esdoorn [55]) door Johan aangeplant, en dat over een lengte van 200 lopende meter, in twee rijen.

Die bomen en struiken hebben meerdere doelen: als voederhaag, beschutting voor grazende runderen, habitat voor dieren (o.a. vogels) en capteren van koolstof bovengronds én ondergronds. Daarnaast heeft het weidescherm ook een esthetische waarde en is er aandacht besteed aan de regiogebondenheid bij de boomkeuze. Ook in Beernem, Webbekom, Wachtebeke en Sleidinge werd niet stil gezeten: in bijlage van dit bericht zijn updates terug te vinden*.

Johan Pattyn in Ardooie
Johan Pattyn in Ardooie

Carbon Farming project als springplank naar regeneratieve landbouw

Tijdens de loop van het project kwam het team tot de vaststelling dat een groot deel van de maatregelen die door de landbouwers genomen werden om aan carbon farming te doen, al een plaats hebben binnen het bredere kader van regeneratieve landbouw. Een voorbeeld hiervan is het telen van maïs in mengteelt met stokbonen, erg geschikt voor stikstoffixatie. Steven van Hemelryck: “Het is dan ook een logische volgende stap om het project uit te breiden naar regeneratieve landbouw. Door dit te doen, zouden we de voordelen van de toegepaste praktijken op de bodemkwaliteit en bodemgezondheid in zijn volledigheid meenemen en niet enkel beperken tot de potentiële opslag van koolstof”. Colruyt Group heeft daarnaast ook het plan opgezet om een piloottest uit te voeren voor regeneratieve landbouw op de eigen gronden. De overtuiging is er dat deze vorm van landbouw een essentieel onderdeel zal uitmaken van een toekomstige duurzame én financieel rendabele landbouw in België.


U vindt meer informatie over Carbon Farming op onze website, via volgende link:

Carbon Farming voor betere bodems
Ontdek wat Carbon Farming is en hoe Colruyt Group inzet op die technieken om bodems te verbeteren en klimaatimpact van landbouw te verminderen.
www.colruytgroup.com

 

* Update andere projecten binnen de samenwerking (zie PDF in bijlage van persbericht van 12 mei 2022 voor de eerste intro van deze projecten: Unieke samenwerking: Vlaams Hoeverund en Colruyt Group doen samen aan Carbon Farming

 

  • Wintergerst door landbouwer Jos Raeymaekers (Webbekom): Jos vond een oplossing om met wintergerst ‘Galileo’ ervoor te zorgen dat de bodem een hele winter bedekt zou blijven: goed voor een globale vruchtbaarheid en een bijdrage tot koolstofopslag. Het opzet van de test met hybride wintergerst is meer variatie aanbrengen in de teelten. Dit gebeurt als volgt: in het voorjaar (april) wordt de wintergerst gemaaid en ingekuild (als voedergewas). Daarna schiet de wintergerst opnieuw op en levert nog graan om te oogsten in de zomer. Op die manier ontstaat de mogelijkheid om meer graangewassen te telen die een zeer positieve bijdrage hebben in de bodemgezondheid. De voorbije jaren hebben ons geleerd dat de combinatie zeer klimaatgevoelig is. Zo was het voorjaar in 2022 zeer droog en is de wintergerst na het maaien niet meer tot volledige ontwikkeling kunnen komen. In 2023 was het voorjaar zeer nat en is het niet gelukt om wintergerst te maaien. In 2024 is de opkomst van de wintergerst helaas in het water verzopen. Ondanks een mooi theoretisch potentieel blijkt deze combinatie zeer weersgevoelig te zijn, wat toch een belangrijke beperking is voor meer uitgebreide toepassing.

 

  • Perceel met gerst/wikken/erwten en langs buitenkant triticale met wikken (2,2 ha) bij Luc Poppe (Wachtebeke) & project met de maïs en stokbonen. De Carbon Farming-projecten in Wachtebeke van 2022 tot 2024 tonen een vooruitstrevende aanpak van duurzame landbouw. Door gewassen zoals gerst, erwten, triticale, klaver en wikke als voorlopers te integreren en maïs met klimbonen als hoofdgewas, streven deze projecten ernaar CO2-vastlegging te verbeteren door middel van verhoogde gewasdiversiteit en het gebruik van peulvruchten die koolstof en stikstof in de bodem vastleggen. Het innovatieve gebruik van symbiotische relaties tussen planten en stikstofbindende bacteriën vermindert bovendien de behoefte aan synthetische meststoffen, wat een milieuvriendelijker landbouwmodel bevordert.

 

  • Sorghum teelt bij Claudio Saelens op 1,2ha (Beernem); In het kader van gewasrotatie en het op zoek gaan naar klimaatbestendige teelten was dit een ideale gelegenheid om te experimenteren met Sorghum. Na een late snede gras ging de Sorghum in de grond. Sorghum heeft voldoende water nodig na het zaaien en wortelt eerst diep. Pas daarna komt de groeifase. We kenden een zeer droge zomer. In tegenstelling tot mais herpakt de plant zich na een periode van droogte en ontwikkelt deze zich verder. Het volume was vergelijkbaar met mais, maar de voederwaarde een heel stuk minder. Op dat vlak zijn er wellicht betere variëteiten op de markt.

 

  • Project met hakselhout bij Sandra Patyn en Frederik Van de Sompel (Sleidinge): Hakselhout heeft een zeer goed effect op CO2 opslag. Sandra en Frederik zetten een proefproject op om hakselhout van hun knotwilgen als strooisel te gebruiken in de boxen van de runderen (3 ha). Om daarna terug als stalmest op de akkers aan te brengen. Houtsnippers van hakselhout kunnen bijdragen aan een betere bodemkwaliteit door ze in te zetten in de compostering. Afgelopen jaren zorgden de combinatie van stalmest en houtsnippers ervoor dat het organisch materiaal werd opgebouwd in de bodem van hun percelen. Dit resulteerde in 2023 voor een gigantische silomaïs opbrengst van 60 ton verse stof per ha, met een fantastisch goede verteerbaarheid en een gigantisch kolfaandeel. Dit maïsperceel bleek bovendien ook een pak droogteresistenter te zijn, doordat de bodem dankzij het organisch materiaal meer het vocht bleek vast te houden gedurende droogteperiodes. In 2022 werd een meeropbrengst van 3,7 ton/ha aardappelen (ras Fontane) bekomen in vergelijking met een aangrenzend perceel, waar men het organisch materiaal nog aan het verhogen is. Ook viel het op dat de aardappelruggen ook meteen toegegroeid waren. Conclusie : het opbouwen van koolstof en structuur in de bodem zijn super essentieel voor de bodemkwaliteit.
    • In het kader van “Go for food” van de Europese voedseltop in Roeselare kreeg het koppel de mogelijkheid om hun project met houtsnippers als stalstrooisel - die op die manier als circulaire landbouw wordt toegepast in een gesloten vleesveebedrijf – breder kenbaar te maken. “Dat heeft anderen ongetwijfeld geïnspireerd: indirect heeft het departement Landbouw en Visserij ook opnieuw houtsnippers van onder het stof gehaald als koolstofaanbrenger, onder andere doordat wij hiermee bezig zijn”, aldus een trotse Frederik.